Mijn club

Stamboomonderzoeker
Door
Mar-Li Wingens
14 oktober, 2008

Martin Cleven (68) vindt de zoektocht naar namen, data van geboorte, huwelijk en overlijden van voorouders een spannende bezigheid. Hij is lid van Heemkunde Vereniging Nieuwstadt, het dorp van zijn voorouders. Het is voor hem belangrijk om zijn kennis door te geven aan volgende generaties.

Hoe kwam je er toe om je stamboom uit te zoeken?

Martin: “Het begon er mee dat ik mijn stamboom van mijn Zwitserse voorvader van grootmoeders zijde wilde uitzoeken. Toen ik het boek gereed had, heb ik het gepresenteerd aan de Heemkunde Vereniging. Daarna begon ik aan mijn vaders afkomst. Ik kon ik tien generaties tot ongeveer 1700 terug volgen in mijn familie uit Nieuwstadt, dan valt er een gat en daarvoor kon ik ook nog enkele feiten ontdekken. Dan moet je voorvader eigenlijk beroemd, berucht of van adel zijn geweest om nog feiten te weten te komen”

Heb jij veel gegevens verzameld?

“Er komen steeds meer gegevens boven water. Die haal ik uit allerlei openbare archieven en bibliotheken van steden en ook van parochies. Pastoors hielden boeken bij van doopsels, huwelijken en overlijden. Ik heb bijna 1500 bidprentjes van mensen uit Nieuwstadt, ik heb alle graven van dat dorp geregistreerd en gefotografeerd. Ik heb een bestand van ruim dertig duizend namen. Ik kan bijvoorbeeld opzoeken in mijn systeem in eigen archief wie waar begraven ligt en waar de kinderen en (voor)ouders liggen. Ook wie waar woonde in Nieuwstadt, in vroeger tijden, heb ik uitgezocht en geregistreerd.”

Wat is jouw persoonlijke beweegreden?

“Vervlogen tijden gaan herleven. Je plaatst je grootouders, overgrootouders en bet-bet overgrootouders terug in een bepaalde tijd. Ze gaan voor je leven. Oude foto’s en prentjes van voorouders tonen pijn en verdriet bij kindersterfte en geluk bij bruiloften en andere feesten. Het roept ook iets op wat we een beetje zijn kwijtgeraakt: de saamhorigheid van de familie en de warmte van het gezin.”

Vertel iets over jouw geschiedenis?

“Ik ben geboren in Heerlen, zoon van Frans Cleven en Toos van Dinther. Ik heb werktuigbouwkunde en arbeidsanalist gestudeerd. Ik woonde na mijn huwelijk enige tijd in Zuid-Afrika. Na onze terugkeer in Nederland ging ik werken bij Philips als technisch auteur en werkte onder andere mee aan het ontwikkelen van de nieuwste technieken voor kennisoverdracht. Vandaar dat ik het belangrijk vind, om mijn kennis en ervaring met stamboomonderzoek over te brengen op geïnteresseerden. Kennisoverdracht vind ik heel belangrijk.”

Hoe ga je te werk?

“Heel kort: om te beginnen raad ik aan om je eigen geheugen te onderzoeken en alles op te schrijven wat je weet van de geschiedenis van je voorouders. Ga daarna op familiebezoek en verzamel alle familiepapieren zoals overlijdensberichten, bidprentjes geboortekaartjes en oude foto’s. Start een eigen archief waar je alles overzichtelijk in opbergt. Ga niet lukraak zoeken maar kies de mannelijke of de vrouwelijke familielijn. Daarna volgt de speurtocht in het gemeente-archief en het Rijksarchief. Dankzij de Franse wetgeving van Napoleon rijzen er weinig problemen tot ongeveer vanaf 1800 en later. Gegevens vóór die tijd kun je het beste zoeken in parochieboeken.”

Waarom wil je je familiegeschiedenis vastleggen?

“Je kunt je familiegegevens vastleggen in een ‘familieboek’ Tegenwoordig een stuk eenvoudiger met behulp van de computer. Het vastleggen van je stamboom bevestigt niet alleen je bestaan, maar ook het mirakel van het doorgeven van het leven. Het werken aan een familieboek geeft een groot gevoel van het relatieve van alle dingen. Je ‘ziet’ generaties komen en gaan. Je zet een levensteken van jezelf neer en ook van en voor anderen. Een teken dat je er wás, het is haast net zo goed als een grafsteen.”

Deel dit artikel

Lees volgende Mijn club
Stichting Ruimte
Lees volgende artikel
Pim Leppers en Ben Soentjens